BMI staat voor Body Mass Index en is een hulpmiddel om te bepalen of iemand een gezond gewicht heeft. Hoe kan je jouw BMI berekenen? Wanneer heb je een gezond BMI? En in welke gevallen is het aan te raden om aan de slag te gaan met je gewicht? In dit blogartikel behandelen we alles omtrent een gezond BMI.

Bij de BMI staat de verhouding tussen lengte en gewicht centraal. Wil jij je BMI berekenen? Deel dan je lichaamsgewicht door het kwadraat van je lengte. Indien je bijvoorbeeld 1.70 meter bent en 60 kilo weegt, maak je de volgende berekening: 60/(1,7*1,7). In dit geval betekent dat een BMI van 20,8.

Je hebt een gezond BMI – en dus een gezond gewicht – als de waarde tussen de 18,5 en 25 ligt. Bij een BMI onder de 18,5 is sprake van ondergewicht en bij een BMI tussen de 25 en 30 spreekt men van matig overgewicht. Is je BMI boven de 30? Dan heb je ernstig overgewicht (obesitas).

Hoewel de BMI een handig hulpmiddel is om te berekenen of je een gezond gewicht heeft, gaat het niet voor iedereen op. Zo geeft de uitkomst vaak een vertekend beeld bij fanatieke sporters omdat spieren zwaarder zijn dan vet en gelden voor mensen met een niet-Nederlandse afkomst soms andere grenswaarden vanwege een andere lichaamsbouw.

Heb je geen gezond BMI maar (ernstig) onder- of overgewicht? Laat je dan adviseren door een professional zoals een huisarts, diëtist of gewichtsconsulent.